Selecteer een pagina

Thierensstraat 11 Bussum

Abraham Mauw
Amsterdam 20 november 1887 – Sobibor 21 mei 1943

Rebecca Mauw-de la Bella
Amsterdam 22 februari 1890 – Sobibor 21 mei 1943

Abraham en Rebecca zijn alle twee kinderen uit de befaamde Amsterdamse jodenbuurt rond het Waterlooplein.

Ze trouwen op 12 december 1918. Abraham is dan koopman.

Ze wonen in Amsterdam aan de Jacob van Campenstraat, waar op 19 februari 1920 hun dochter Ro (Rosa Marie) wordt geboren.

In 1936 verhuist het gezin via Driebergen naar Bussum. Daar wonen ze in de Thierensstraat, waar toen vooral notabelen woonden. Dochter Ro werkt aanvankelijk bij de joodse kledingwinkel De Bonneterie in Amsterdam. Maar ze raakt die baan kwijt als joden niet langer met het openbaar vervoer mogen reizen van de Duitsers. Later vindt ze werk in een hoedenwinkel in Bussum.

Lange tijd hoopt het gezin op grond van een zogeheten “Sperre” niet gedeporteerd te worden. Rebecca is namelijk blind, vermoedelijk als gevolg van suikerziekte. Omdat Abraham zijn blinde vrouw verzorgt heeft hij zo’n Sperre in zijn persoonsbewijs en hoeven ze (voorlopig) niet op transport. Maar in april 1943 blijkt die Sperre niets meer waard: op de 22ste worden ze naar Westerbork gedeporteerd. Rebecca komt daar in het ziekenhuis te liggen.

Een paar weken later later, op 18 mei, moeten ze met honderden anderen op transport naar Sobibor. Op 21 mei komen ze daar aan en worden onmiddellijk vergast.

Hun dochter Ro overleeft de oorlog, dankzij een reeks onderduikadressen en ook door een vervalst persoonsbewijs waardoor het lijkt of ze niet meer als jodin geregistreerd staat. De dochter van Ro vertelde na de oorlog hoe die onderduik van haar moeder begon: met een geheim signaal van haar vader Abraham, waarmee een vooraf uitgewerkt plan in werking trad:

“Op een mooie middag in maart, toen mijn moeder uit haar werk kwam zag ze haar vader op het balkon staan. Mijn moeder wist wat ze moest doen: doorlopen! Naar de groenteboer op de hoek, haar eerste onderduikplek.”

Ouders en dochter Ro zouden elkaar nooit meer zien.

Bron: “In memoriam”, Arnold Spee, Bussum 22 april 2022
Steentjes zijn gelegd door nabestaanden, niet door stichting Struikelstenen Gooise Meren.