Rembrandtlaan 15 Naarden
Dick Kattenburg
Amsterdam 11 november 1919 – Midden-Europa 30 september 1944
In 1937 kwam het gezin Kattenburg in het huis aan de Rembrandtlaan 15 wonen. De vijf leden van het gezin waren elf jaar eerder vanuit de Amsterdamse Van Breestraat naar Bussum verhuisd. Zij begonnen aan de Corverlaan in Het Spiegel, de laan waar opa en oma al eerder gingen wonen. Bij de verhuizing naar Bussum was vader Louis 41 jaar oud en moeder Heleen 36 jaar. De oudste van de drie kinderen, dochter Daisy, was in 1926 tien jaar, zoon Dick was zeven en zoon Tom vier. Vader Kattenburg werkte in het familiebedrijf Hollandia Kattenburg, een grote Amsterdamse textielfabriek aan de overkant van het IJ.
De twee jongens blijken buitengewoon muzikaal. Tom krijgt pianoles, Dick kiest voor de viool. Gelukkig woont in Het Spiegel voor hem een goede vioolleraar. Hugo Godron leert Dick niet alleen de techniek van het vioolspel, hij merkt dat Dick ook zelf muziekstukken kan schrijven en helpt hem om ook dit talent te ontwikkelen. Het musiceren gaat Dick zo goed af dat hij na een paar jaar zijn verdere opleiding buiten Bussum moet zoeken. Terwijl hij op de Gooische HBS zit (nu het Goois Lyceum) gaat Dick op en neer naar België om daar lessen te volgen. In 1937 slaagt hij aan het Belgische Muziekcollege in Antwerpen voor zijn vioolexamen. “Met groote onderscheiding” staat op zijn diploma, met andere woorden: buitengewoon goed.
De Bussummers leren hun jonge componerende plaatsgenoot kennen als zij in de krant lezen over een concert in het huis van leraar Hugo Godron. Op 20 juli 1938 schrijft de Bussumse Courant “Voorts hoorde men een strijktrio gecomponeerd door Godron’s gevordenden compositieleerling Dick Kattenburg. Het bleek, dat deze jonge musicus die de medische studie sedert geruimen tijd definitief verwisseld heeft met die voor toonkunstenaar, met zijn muzikaal bewustzijn geheel in den huidige tijd staat. Er is in dit trio nog veel “Sturm und Drang” en veel onrijps, maar het getuigt aan den anderen kant van een opmerkelijke gave zich in muziek te kunnen uitdrukken met een reeds opvallende beheersching van de compositie-techniek. Enkele zeer mooie gedeelten uit het vrij beknopt gehouden werk bewezen dat het den jeugdigen violist-componist niet aan muzikale invallen ontbreekt. Met belangstelling kan men zijn verdere ontwikkeling tegemoet zien”.
Ook de Kattenburgs zijn Joods en actief in de Joodse gemeente in Bussum. Dick zit bijvoorbeeld in het bestuur van de lokale jongerenorganisatie.
In de eerste tijd lijken hier de anti-joodse maatregelen mee te vallen. Het leven gaat gewoon door. Op 7 januari 1941 trouwt Daisy met Bernard van Hessen in het Naardens stadhuis en in de synagoge aan de Kromme Englaan. Met een receptie in Jan Tabak. Zij gaan op de Rembrandtlaan wonen. Dick kan ook zonder probleem verder studeren. Op 11 juli haalt hij in Den Haag zijn staatsdiploma’s viool en piano.
Vader Kattenburg is in 1940 ernstig ziek geworden. Dochter Daisy heeft later haar herinnering opgeschreven: “Vader stierf op 5 augustus. Heeft wel geleden (…) doch het was een opluchting. Hij had de ellende die nog komen ging nooit aangekund. De angsten om zijn gezin, familie en anderen” Wat Louis Kattenburg gelukkig niet heeft meegemaakt is een verschrikkelijke gebeurtenis die zich in Amsterdam Noord afspeelt. Volkomen onverwacht wordt op 11 november 1942 de textielfabriek Hollandia Kattenburg omsingeld en worden de 367 Joodse werknemers weggevoerd. Tezamen met hun gezinsleden gaan 826 vaders, moeders en kinderen op transport naar Auschwitz. Slechts 8 hebben het overleefd.
Aan het begin van het jaar 1941 worden alle “Israëlieten” verplicht zich bij de gemeente te laten registreren. Niet voorzien kan dan nog worden welke gevolgen deze registratie zal hebben. Ook de leden van het gezin Kattenburg/van Hessen voldoen aan de plicht en laten zich in het Naardense register noteren. Maar al gauw blijkt dat het in Nederland niet meevalt. Een voortdurende serie van anti-joodse maatregelen volgt. Joodse Amsterdammers worden thuis opgehaald, anderen op straat aangehouden. Voor alle zekerheid komen Amsterdamse familieleden op Rembrandtlaan 15 slapen, het is er een komen en gaan.
De Kattenburgers gaan niet thuis afwachten en maken gebruik van de goede contacten die ze overal hebben. Moeder Heleen duikt onder bij een bevriende familie in Deventer, Tom op een ander Deventer adres. Bernard en Daisy weten valse papieren te organiseren via de verzetsgroep van Gerrit van der Veen en wonen legaal in Amsterdam. Bernard krijgt op papier een functie bij de Joodsche Raad. Hoewel hij daar niet werkt stelt deze hem vrij van deportatie.
Ook Dick vertrekt van de Rembrandtlaan. Officieel gaat hij in de Uiterwaardenstraat in de Amsterdamse rivierenbuurt wonen, daadwerkelijk duikt hij onder op verschillende opeenvolgende adressen in Utrecht. Zijn muziekstudie vervolgt hij per post door te corresponderen met docenten.
De familie-eigendommen verhuizen van Rembrandtlaan nummer 15 naar de bevriende familie Amsen op nummer 17. Ook voor de hond Mickey wordt een adres gevonden. Het huis is leeg en verlaten als de systematische “evacuatie” van de Naardense Joden op 1 en 2 juli plaatsvindt.
Wat er daarna met Dick is gebeurd is niet duidelijk. Gezegd wordt dat hij bij een bezoek aan een Utrechtse bioscoop is aangehouden en naar Westerbork gebracht. Papieren die dit zouden kunnen bewijzen ontbreken. In ieder geval wordt op een registratiekaart zijn aankomst in Westerbork op 27 april 1944 genoteerd. Daisy beschrijft later hoe het bericht van zijn arrestatie aankomt: “Er wordt gebeld. Ytia, als een geest. Moeder? Nee, Dick? Ik heb in mijn leven weinig zo gehuild, met zo’n wanhopig verdriet”.
Dick schrijft een briefkaart aan familie met een legaal postadres: “Sedert drie dagen ben ik ingezetene van het kamp Westerbork. Ik benut de eerste schrijfgelegenheid om U bericht hiervan te doen. Doe me het plezier en schrijf terug en als het eventueel mogelijk zal zijn , zal ook een pakje zeer te pas komen.
Gisteren kreeg ik van de Joodse Raad alhier een Palestina-certificaat, dat al sedert enige maanden daar klaar lag. Tevens lagen er certificaten voor Heleen en Martin gereed. Morgen zal ik me met oom Jacques in verbinding stellen. Overigens kan ik u berichten dat het me goed gaat. De behandeling en het eten zijn heel behoorlijk en de geest onder de mede kampgenooten is goed en opgewekt. Meer kan men niet wensen. Hopelijk gaat het u ook naar wens. Schrijf ook maar eens wat over uzelf. Hartelijke groeten uw Dick Als ik pakjes mag ontvangen stuur ik u eerst een zegel.”
Het zal zijn laatste levensteken zijn. Dick wordt op 19 mei 1944 op transport gesteld. De plaats en de omstandigheden van zijn dood zijn nooit vastgesteld. De officiële overlijdensverklaring zegt “op dertig september negentienhonderd vier en veertig is in Midden-Europa overleden Dick Kattenburg”. Dick is 24 jaar geworden. Moeder Heleen Kattenburg, Tom Kattenburg en Bernard en Daisy van Hessen Kattenburg overleven de oorlog.
Dus wie wil kan zijn muziek beluisteren. En aan hem denken.
Margriet Vroomans maakte een podcast over Dick Kattenburg. Deze podcast is hier te beluisteren:
https://www.nporadio4.nl/podcasts/muziek-tot-leven-verhalen-van-musici-in-de-oorlog/27379/8-dick-kattenburg-was-pas-24-jaar-toen-hij-vanuit-kamp-westerbork-werd-gedeporteerd
Bronnen: Persoonlijk archief Joyce Bergman-van Hessen, Carine Alders “Dick Kattenburg Amsterdam 1919 – Midden Europa 1944” (uitgave Leo Smit Stichting), Archief NIOD, Tekstboekjes cd’s “Dick Kattenburg (1919-1944) en “d.k. stolen melodies”.