Regenboogstraat 12 Naarden

Nu hoek Regenboogstraat/hoek Wuijvert ter hoogte van Wuijvert 8.

Jankiel Rotenbach
Zdunska Wola (Polen) 26 juli 1897 – Sobibor 9 juli 1943

Irmgard Gertrud Thomasky
Berlijn 3 juli 1912 – Auschwitz 30 september 1942

 

Jankiel Rotenbach was een Pool van geboorte. In 1937 vestigde hij zich in Naarden. Daarvoor had hij als koopman gewerkt in Danzig maar door de toenemende anti-joodse maatregelen nam hij met zijn vrouw en drie kleine kinderen de wijk naar Nederland. Vanaf zijn komst hier heeft hij strijd geleverd om ergens met zijn gezin te kunnen wonen.

Omdat hij hier met een tijdelijk visum was gingen zijn vrouw en kinderen terug naar Polen, in afwachting van een permanente oplossing. Maar tot het hoogste niveau werden zijn verzoeken om te mogen blijven afgewezen. Door tussenkomst van de burgemeester Boddens Hosang van Naarden werd zijn verblijf uiteindelijk gedoogd, maar gezinshereniging bleef verboden. Rotenbach bleef hopen op een leven met zijn gezin. Hij probeerde ook een emigratie naar de Verenigde Staten te regelen. Het liep allemaal op niets uit.

Ondertussen dreef hij in de Regenboogstraat een winkeltje in manufacturen en stond twee dagen per week op de markt, in Hilversum en Weesp.

Zijn Poolse nationaliteit gaf hem aanvankelijk een voordeel. Hij werd niet gedeporteerd tijdens de eerste golf in de zomer van 1942, maar had nog even respijt. Dat Jankiel op dat moment een toekomst in Nederland voor ogen had blijkt uit de aankoop van een huis aan de Bussumse Floralialaan (samen met een niet-joodse partner) in juli 1942. Maar op 22 april 1943 werd hij toch weggevoerd, naar kamp Vught. Daar werd hij op 23 april ingeschreven en een paar maanden later, op 29 juni, op transport gesteld naar Westerbork. Spullen om die reis te ondernemen kreeg hij te leen van de mede-huiseigenaar. Die verrekende dat na de bevrijding wel met de opbrengst van het pand aan de Floralialaan.

In Westerbork deed hij opnieuw een verzoek te mogen emigreren. Nu naar Palestina. Maar ook dat lukte niet. Op 6 juli werd hij gedeporteerd naar Sobibor. Na aankomst op 9 juli werd hij vergast. Hij was toen 45 jaar oud.

Over het lot van zijn vrouw en kinderen in Polen is niets bekend. Maar het is zeer waarschijnlijk dat ze zijn omgekomen in een van de nazivernietigingskampen in Polen, waar bijna alle Poolse joden vermoord zijn.

Over haar zijn weinig gegevens overgebleven. Ze werd op 3 juli 1912 geboren in Berlijn-Charlottenburg. Op 15 juni 1935 trouwde ze in Berlijn met Werner Herzog. Al op 14 oktober van datzelfde jaar werd het huwelijk weer ontbonden.

In 1937 vertrok ze naar Nederland. Via Amsterdam kwam ze te wonen in Zandvoort en Oss. Op 24 april 1941 kwam ze in Naarden, waar ze als huishoudster introk bij Rotenbach. In juli 1942 werd ze gedwongen om te verhuizen naar de Amsterdamse wijk Asterdorp.

In september 1942 werd ze via Westerbork gedeporteerd naar Auschwitz. Daar is ze op 30 september 1942 vergast. Ze was toen 30 jaar oud.

Bron: H. Schaftenaar, Stichting de Vijverberg, De Omroeper jaargang 25 nr 1.