P.J. Lomanlaan 13 Bussum
Tobias Poppers
Amsterdam 28-04-1884 – Sobibor 04-06-1943
Frederika Poppers-Halberstad
Amsterdam 29-09-1886 – Sobibor 04-06-1943
Eleonora Poppers
Amsterdam 23-05-1911 – Auschwitz 26-02-1943
Jacob Tobias Poppers
Amsterdam 08-08-1913 – Waalsdorpervlakte 30-06-1942
In september 1942 wordt de stempelmaker Tobias Poppers genoemd in een politierapport. Er is bij hem aan Oude Schans 3 hoog ingebroken. Uit de gezinskaart van de gemeente Amsterdam blijkt dat hij daar met zijn vrouw Frederika, zoon Jacob Tobias en dochter Eleonora ingeschreven stond.
Tobias werkt na het gedwongen vertrek naar Amsterdam voor de Joodse Raad als medewerker evacuatie. In de loop van 1943 komt de deportatie van Joden uit Amsterdam op gang. Tobias en Frederika worden na de grote razzia in Amsterdam op 26 mei 1943 in kamp Westerbork ingeschreven. Nog geen week later gaan ze op 1 juni op transport naar Sobibor. De trein die bestaat uit veewagens brengt 3006 mannen, vrouwen en kinderen naar het vernietigingskamp. Drie dagen, drie nachten duurt de reis. Bij aankomst wordt een douche beloofd: ‘leg de kleding netjes op stapeltjes en onthoudt het nummer dat je krijgt’. De doucheruimte blijkt een gaskamer. Van dit transport overleeft één man, Jules Schelvis die tot zijn dood blijft vertellen over wat met zijn familie en reisgenoten is gebeurd.
Eleonora, de dochter van Tobias en Frederika, treedt in augustus 1942 in dienst bij het Centraal Israëlitische Krankzinnigengesticht Het Apeldoornse Bos. Daar ontmoet ze Karel Martin Klein, die daar werkt. Op 21 januari 1943 wordt het gesticht op ruwe wijze ontruimd. Honderden patiënten worden naar buiten gedreven, in hun nachtkleding, in een dwangbuis of naakt. Wie tegenspartelt krijgt een spuit. De patiënten en de meeste personeelsleden worden in laadbakken naar het station van Apeldoorn gebracht en daar de trein ingejaagd. De bestemming is Auschwitz; niemand overleeft. Eleonora en Karel lijken geluk te hebben. Zij worden naar kamp Westerbork gestuurd. Daar trouwen ze op 18 februari 1943. Nog geen week later gaan ook Eleonora en Karel op transport naar Auschwitz. Daar worden ze na aankomst vermoord.
Jacob Tobias Poppers (Jaap) was ongehuwd. Hij was actief in het verzet en betrokken bij aanslagen in Soesterberg en Amsterdam-Zuid. Een poging naar Engeland te ontsnappen mislukte, de motor van zijn boot weigerde. Met een trawler is hij teruggebracht, ter hoogte van Noordwijk gearresteerd en opgesloten in de strafgevangenis Scheveningen. Op 30 juni 1942 is Jacob op de Waalsdorpervlakte gefusilleerd. In de overlijdensacte die in de gemeente Den Haag is opgesteld staat: op dertien juni 1942 ten onbekenden ure overleden.
Bron: Joods Monument, stadsarchief Amsterdam, Arolson Archives, gemeentearchief Den Haag, het-apeldoornsche-bosch-reconstructie, Delpher
De stenen zijn gelegd door stichting Instandhouding Joods Erfgoed Gooi & Vechtstreek.