Mecklenburglaan 52/52a Bussum
Grietje Kattenburg-Hartz
Rotterdam 14 april 1876 – Sobibor 21 mei 1943
Rita Kattenburg
Rotterdam 18 december 1913 – Sobibor 21 mei 1943
Mevrouw Kattenburg is in Rotterdam een gevierd pianiste en een veelgevraagd pianodocente, zeer actief in het Rotterdamse muziekleven. Zo is ze een van de oprichters van het Rotterdams Philharmonisch Orkest. Al op jonge leeftijd werd haar bijzondere talent ontdekt. Dirigent Willem Mengelberg wil Grietje Hartz rond de eeuwwisseling graag meenemen op tournee door de Verenigde Staten. Het huwelijksaanzoek door kledinghandelaar Louis Kattenburg doet haar plannen veranderen.
Onduidelijk is de opeenvolging van woonadressen van Grietje en Rita. In de archieven zijn papieren bewaard gebleven waarin sprake is van een woning in de Roerstraat in Amsterdam. Bijvoorbeeld een medewerkerskaart van de Joodsche Raad van Rita. Omdat het Amsterdamse bevolkingsregister geen registratie op dit adres vermeldt houden we de Mecklenburglaan aan als het laatste officiële woonadres.
Op 24 februari 1943 duiken Grietje en Rita onder. De Kattenburgs zijn bekend in Ede en vinden er een onderduikplek bij de familie Willemsen aan de Voorsterweg. Waarschijnlijk door verraad arresteert op 11 mei 1943 de notoire jodenjager politieagent Abraham Kip moeder en dochter. Hemel en aarde worden vanuit kamp Westerbork bewogen om deportatie naar de kampen in Oost-Europa te voorkomen. Het verblijf van zus Frieda in Palestina biedt een kans om in aanmerking te komen voor een uitruil met in Palestina gedetineerde Duitsers. Zus Meta en haar man zijn al in het bezit van de hiervoor benodigde certificaten. Voor Grietje en Rita lukt het niet. Ook wordt geprobeerd om contact te leggen met de Rotterdamse dirigent Eduard Flipse en met Willem Mengelberg om hun voorspraak te verkrijgen. Dit is niet gelukt, of heeft geen resultaat opgeleverd. Het is allemaal tevergeefs. Op 21 mei 1943 worden moeder en dochter in Sobibor vermoord.
Gelukkig is er meneer Brouwer. Deze niet meer te traceren man heeft alles voor de familie Kattenburg bewaard. In de boeken plakte hij veiligheidshalve zijn eigen ex libris. Alles is teruggegeven en later naar Israël getransporteerd. De vleugel werd aan pianohandel Bender in Arnhem verkocht. Overigens: de relatie van de “Kattenburgers” met de dirigenten Mengelberg en Flipse was na de bezetting voor altijd verstoord.
Misschien roepen de twee struikelstenen voor nummer 52a in onze gedachten pianoklanken op. We weten wie dan voor ons spelen.
Bronnen: archief Micha Gelber, archief Gooise Meren, Nationaal Archief, archief NIOD