Selecteer een pagina

Mecklenburglaan 52/52a Bussum

Grietje Kattenburg-Hartz
Rotterdam 14 april 1876 – Sobibor 21 mei 1943

Rita Kattenburg
Rotterdam 18 december 1913 – Sobibor 21 mei 1943

Het is 2 september 1940 als moeder Grietje Kattenburg en haar dochter Rita het gebombardeerde Rotterdam verlaten. Mevrouw Kattenburg is dan 64 jaar oud en sinds 1934 weduwe. Zij heeft drie dochters: Meta (geboren in 1906), Frieda (1910) en Rita (1913).

Mevrouw Kattenburg is in Rotterdam een gevierd pianiste en een veelgevraagd pianodocente, zeer actief in het Rotterdamse muziekleven. Zo is ze een van de oprichters van het Rotterdams Philharmonisch Orkest. Al op jonge leeftijd werd haar bijzondere talent ontdekt. Dirigent Willem Mengelberg wil Grietje Hartz rond de eeuwwisseling graag meenemen op tournee door de Verenigde Staten. Het huwelijksaanzoek door kledinghandelaar Louis Kattenburg doet haar plannen veranderen.

Ook de jongste dochter Rita is een getalenteerde pianiste. Moeder en dochter voeren beiden een drukke lespraktijk, eerst samen in de Graaf Florisstraat in Rotterdam, later Rita alleen in Bussum. De Steinway concertvleugel is meeverhuisd naar de Mecklenburglaan. Niet meer te achterhalen is hoe de twee woningen op de huisnummers 52 en 52 a ingericht waren. Uit het feit dat met het huisnummer 52a voor de lespraktijk wordt geadverteerd kan worden opgemaakt dat hier de vleugel stond. Op dat nummer woonde (boven?) ook een alleenstaande vrouw. Tot de na de bezetting teruggegeven bewaard gebleven meubels behoren ook een tafel met 24 (!) stoelen. Deze moet dan op nummer 52 hebben gestaan.
Dochter Frieda is in 1934 naar Palestina geëmigreerd en daar met dirigent Arthur Bauer getrouwd, dochter Meta woont in de bezettingsjaren met echtgenoot Erich Gelber en twee zoons in het Gelderse Ede. Dankzij een Sperre kunnen zij zich nog lange tijd vrij bewegen. Tot deze Sperre “platzt” en ook zij op transport worden gezet. Het gezin wordt naar Bergen Belsen gedeporteerd en zal in de laatste oorlogsdagen met het bekende “verloren transport” in een trein bij het plaatsje Tröbitz door de Russen bevrijd worden.

Onduidelijk is de opeenvolging van woonadressen van Grietje en Rita. In de archieven zijn papieren bewaard gebleven waarin sprake is van een woning in de Roerstraat in Amsterdam. Bijvoorbeeld een medewerkerskaart van de Joodsche Raad van Rita. Omdat het Amsterdamse bevolkingsregister geen registratie op dit adres vermeldt houden we de Mecklenburglaan aan als het laatste officiële woonadres.

Op 24 februari 1943 duiken Grietje en Rita onder. De Kattenburgs zijn bekend in Ede en vinden er een onderduikplek bij de familie Willemsen aan de Voorsterweg. Waarschijnlijk door verraad arresteert op 11 mei 1943 de notoire jodenjager politieagent Abraham Kip moeder en dochter. Hemel en aarde worden vanuit kamp Westerbork bewogen om deportatie naar de kampen in Oost-Europa te voorkomen. Het verblijf van zus Frieda in Palestina biedt een kans om in aanmerking te komen voor een uitruil met in Palestina gedetineerde Duitsers. Zus Meta en haar man zijn al in het bezit van de hiervoor benodigde certificaten. Voor Grietje en Rita lukt het niet. Ook wordt geprobeerd om contact te leggen met de Rotterdamse dirigent Eduard Flipse en met Willem Mengelberg om hun voorspraak te verkrijgen. Dit is niet gelukt, of heeft geen resultaat opgeleverd. Het is allemaal tevergeefs. Op 21 mei 1943 worden moeder en dochter in Sobibor vermoord.

Heel opmerkelijk is het initiatief van dochter Frieda een jaar later. In mei 1944 benadert ze vanuit Palestina via het Nederlandse consulaat in Jeruzalem het Ministerie van Buitenlandse Zaken in Londen. “Door de recente ontwikkeling der gebeurtenissen in Nederland voel ik mij als eenige in onbezet gebied levende dochter van Mevrouw MARGARETHA KATTENBURG-HARTZ genoodzaakt het vermogen van mijn moeder bij de Nederlandsche Regeering aan te melden. Laatstgenoemde, die naar voor kort ontvangen berichten naar Oost-Europa versleept is, bezit (…) “waardevolle inboedel o.a. schilderijen van Gerard Dou, van Pellenburg, onbekende Italiaan, Steinway concertvleugel, oud-Hollandsche kast uit 17de eeuw.” De reactie van het ministerie is (zoals te verwachten) zuinig: “…dat registratie niet medebrengt dat de Nederlandse regeering enige garantie op zich neemt ten opzichte van teruggave van of schadevergoeding voor het geregistreerde”.

Gelukkig is er meneer Brouwer. Deze niet meer te traceren man heeft alles voor de familie Kattenburg bewaard. In de boeken plakte hij veiligheidshalve zijn eigen ex libris. Alles is teruggegeven en later naar Israël getransporteerd. De vleugel werd aan pianohandel Bender in Arnhem verkocht. Overigens: de relatie van de “Kattenburgers” met de dirigenten Mengelberg en Flipse was na de bezetting voor altijd verstoord.

Misschien roepen de twee struikelstenen voor nummer 52a in onze gedachten pianoklanken op. We weten wie dan voor ons spelen.

Bronnen: archief Micha Gelber, archief Gooise Meren, Nationaal Archief, archief NIOD