Kloosterstraat 16 Naarden
30 november 1882 – Auschwitz 10 september 1942
Betje Henselijn-Naarden
8 februari 1882 – Auschwitz 10 september 1942
In 1933 kocht Eliazer twee kleine panden aan de Kloosterstraat, liet ze slopen en bouwde er een modern winkelwoonhuis. Eliazer en Betje verhuisden naar Naarden. Met zijn zoon Abraham begon hij er een textielwinkel. De zonen Salomon en Samuel hadden samen een textielgroothandel in Amsterdam.
In 1933 overleed Salomon aan een hersenvliesontsteking. Zoals gebruikelijk bij orthodoxe joden, trouwde de jongste zoon, Abraham, met Rachel, de weduwe van zijn broer. Maar na een jaar scheidde hij van haar om te trouwen met een katholieke vrouw, Doortje Snoek.
Op 3 juli van dat jaar werden Eliazer en Betje Henselijn uit hun woning gehaald en op transport naar Amsterdam gezet. Abraham bleef achter – hij kreeg uitstel omdat hij een gemengd huwelijk had. Eliazer en Betje mochten tijdelijk intrekken bij hun zoon Samuel aan de Keizersgracht. Eliazer heeft daar nog geprobeerd om een “Sperre” te krijgen, een document dat een tijdelijke vrijstelling van deportatie verschafte. Dat deed hij door te solliciteren bij de Joodse Raad. Maar op 4 september kreeg hij een brief met een afwijzing.
Op 5 september werden Eliazer en Betje Henselijn samen met hun ex-schoondochter Rachel Kleerekoper uit het huis van hun zoon Samuel gehaald en naar kamp Westerbork gestuurd. Op 7 september werden ze met de trein uit Westerbork naar Auschwitz gedeporteerd. Op 10 september zijn ze daar vermoord. Eliazer was 59, Betje 60 jaar oud.
Abraham Henselijn kreeg door zijn status als gemengd-gehuwde een “tijdelijke Sperre” en wist zo een tijdlang aan deportatie te ontkomen. Toen hij zich in maart 1944 toch moest melden voor de Arbeitseinsatz, wist hij te ontsnappen en dook hij onder. Hij overleefde de oorlog en kon na een juridisch gevecht met de Nederlandse overheid de winkel in Naarden heropenen.
Samuel Henselijn is in maart 1945 omgebracht in Schwarzheide, een concentratiekamp in de buurt van Dresden. Zijn vrouw Sara Veronica Cats en hun zoon Henri in juli 1944 in Auschwitz.
bron: De Omroeper, maart 2012, Henk Schaftenaar (Stichting Vijverberg)