Karbouwstraat 35 Bussum

David Jacobsen
Amsterdam 16 februari 1875 – Sobibor 5 maart 1943

Anna Corper
Amsterdam 10 januari 1876 – Sobibor 5 maart 1943

Elias Jacobsen
Amsterdam 24 januari 1901 – Overlevende

Van weinig gezinnen is zó weinig bewaard gebleven als van de familie Jacobsen uit de Karbouwstraat. Geen foto’s of andere persoonlijke herinneringen. Van zoon Elias is zelfs onbekend wat zijn uiteindelijke bestemming was na de oorlog.

David Jacobsen en zijn vrouw Anna woonden eerst in Amsterdam, maar vestigden zich na de pensionering van David vanaf 23 mei 1941 in Bussum. Ze gingen wonen op het adres Karbouwstraat 35. Ze trokken in bij hun zoon Elias die daar al woonde. Eerder had hij in de Badhuisstraat gewoond, maar op 13 april 1940 verhuisde hij naar de Karbouwstraat.

David Jacobsen werkte bijna zijn hele leven als diamantslijper in Amsterdam. Er was alleen een korte onderbreking in 1904, toen hij een paar maanden in Antwerpen was. Hij was lid van de goed georganiseerde bond van diamantbewerkers, de ANDB. Uit de archieven van de bond blijkt dat David trouw zijn contributie betaalde. In maart 1941 bedankte hij als lid, met behoud van pensioen.

Op 28 december 1898 zijn hij en Anna Corper getrouwd in Amsterdam. Ze kregen drie kinderen, van wie er een, Helena, al kort na de geboorte overleed, op 7 april 1908.

De twee andere kinderen waren een zoon (Elias, geboren in 1901) en Celine (geboren in 1905).
Van Celine is bekend dat ze op 28 maart 1926 trouwde met Richel van Gelder. Ze vertrokken al snel uit Nederland en woonden vooral in Afrika, onder meer in Dakar (Senegal). Celine overleed in Spanje in 1977.

Zoon Elias was koopman. Hij trouwde in 1931 met Beatrix Hinze, van wie hij in 1942 scheidde. Zij was niet-joods. Ze kregen twee kinderen: Eric, geboren in 1933, en Julia Anna, geboren in 1938. Na de scheiding zijn zij vermoedelijk met de moeder meegegaan die in 1944 hertrouwde met Jacob Terpstra. Ze vestigden zich in Drenthe.

Elias overleefde de oorlog. Waarschijnlijk dankzij onderduik. Na de oorlog, in 1947, verhuisde hij van Bussum naar Vlaardingen. Nadien ontbreekt van hem elk spoor.

Zijn beide ouders bleven in de Karbouwstraat tot ze op transport moesten, via Westerbork naar Sobibor. In de gemeente-administratie van Bussum staat hun deportatie vermeld met de bekende letters V.O.W.: vertrokken, onbekend waarheen.

Bronnen: archief Gooi en Vechtstreek; Arolsen archief; Stadsarchief Amsterdam; Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis; Delpher; Noordhollands Archief; Nationaal Archief; Geneanet; MyHeritage.