K. P. C. De Bazelstraat 45 Bussum

Abraham Worms
Amsterdam 16 april 1887 – Sobibor 28 mei 1943

Sara Worms-Deen
Amsterdam 2 maart 1893 – Sobibor 28 mei 1943

Frederika Worms
Amsterdam 28 januari 1920 – Auschwitz 3 januari 1944

Abraham Worms wordt geboren in Amsterdam op 16 april 1887. Sara Deen op 2 maart 1893, ook in Amsterdam. Zij trouwen op 19 maart 1919. Abraham en Sara krijgen een dochter, ze noemen haar Frederika, roepnaam Free. Zij wordt geboren op 28 januari 1920.

In 1930 verhuist het gezin Worms vanuit Amsterdam naar Bussum. Naar een koophuis aan de K.P.C.de Bazelstraat. Abraham Worms is van beroep schoenmaker. Zijn zaak, genaamd de ‘Amsterdamsche Elektrische Schoenmakerij’, is gevestigd aan de Landstraat op nummer 5. Sara Worms is naaister van beroep, maar óf en waar zij haar vak uitoefent is niet bekend. Frederika maakt de lagere school af in Bussum, en daarna volgt ze de opleiding tot onderwijzeres aan de Openbare Kweekschool in Hilversum.

Op 10 september 1942 moeten Abraham, Sara en Free Worms gedwongen verhuizen naar Amsterdam, naar de Pretoriusstraat 79 II, in een van de aangewezen Joodse wijken. Het gezin trekt in bij een broer van Sara. In Amsterdam zou Abraham Worms gewerkt hebben in schoenmakerijen van zijn familie.

Het huis aan de K.P.C. de Bazelstraat wordt binnen een week na hun vertrek, op 15 september 1942, via een “fout” makelaarskantoor verkocht. De schoenmakerij aan de Landstraat wordt later geliquideerd door de Duitse Omnia Treuhandgesellschaft, na de constatering dat ‘Der Jude abtransportiert war’. Bij haar boedel-onderzoek ontdekte de rooffirma ‘geen kasgeld, geen voorraad, geen inventaris en boekhouding’. Er bleken ook geen giro- of bankafschriften te zijn.

Frederike Worms werkt in het onderwijs als lerares handwerken, onder meer op de onder dwang opgerichte Joodse school in Bussum. Het lukt haar ook om een functie bij de Joodsche Raad te krijgen, en daarom krijgt ze een Sperre, die haar vrijstelt van deportatie. Maar dat is maar voor even. Het verblijf in Amsterdam duurt maar een half jaar.

Op 5 maart 1943 wordt het gezin Worms vanuit de Pretoriusstraat naar kamp Vught gedeporteerd. Twee maanden later, op 23 mei, volgt deportatie van Abraham en Sara Worms naar Westerbork. In kamp Vught moeten ze afscheid nemen van hun dochter, want Free blijft in Vught achter. Vermoedelijk wordt zij ingezet voor dwangarbeid in het kamp.

De beide ouders worden vrijwel direct na aankomst in Westerbork op transport gezet naar Sobibor. Daar worden zij vermoord op 28 mei 1943.

Frederika wordt op 15 november 1943 vanuit kamp Vught naar Auschwitz gedeporteerd. Het is het enige transport dat rechtstreeks vanuit Vught naar Auschwitz is vertrokken. Met dit transport worden in totaal 1149 mannen en vrouwen gedeporteerd, en velen van hen worden geselecteerd voor dwangarbeid in Auschwitz-Birkenau. Dat geldt ook voor Free Worms.

Door getuigenverklaringen weten we dat veel van de vrouwen in deze groep in de eerste weken van hun verblijf in Auschwitz zijn overleden aan tyfus, dysenterie of andere ziektes. Van geen van de vrouwen en kinderen uit dit transport is een exacte sterfdatum vastgesteld, alleen dat ze tussen 1 en 31 januari moeten zijn overleden.
Frederika Worms’ dood staat in diverse archieven vermeld op 3 januari 1944, maar zeker is dit niet. Ook is niet duidelijk hoe zij is overleden.
Van de 1149 gedeporteerden in dit transport overleven maar 32 mannen en 6 vrouwen.

Abraham Worms is 55 jaar oud geworden, Sara Worms-Deen 51 jaar. Free Worms werd niet ouder dan 22 jaar.

Bronnen: Joodsmonument.nl; Oorlogsbronnen.nl; Archiefgooienvechtstreek.nl; DNBL.Org (Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren) ‘Ondergang’ 1965, J. Presser; Delpher.nl; ‘Bussum, Beeld van een Dorp’, Martin Heyne; NIOD.nl; StadsarchiefAmsterdam.nl; NationaalArchief.nl; Arolsen-Archive.de.