Jacobus Verhoeflaan 26 Naarden

Gerrardus Vita Israël
Amsterdam 11 februari 1905 – Sobibor 11 juni 1943

Esther Vita Israël-van Gelder
Amsterdam 25 september 1899 – Sobibor 11 juni 1943

Op 8 juni 1943 begon in Westerbork het echtpaar Gerrardus en Esther Vita Israël gedwongen aan hun laatste reis. Bestemming: het nazivernietigingskamp Sobibor in het oosten van het door Duitsland bezette Polen.

Samengepakt in een trein met nog ongeveer 3000 Nederlandse joden. Het werd een reis die drie dagen en nachten duurde. Gelijk na aankomst, 11 juni 1943, werden ze bijna allemaal vermoord in de gaskamer. Gerrardus was toen 38 jaar. Zijn vrouw 43 jaar.

In totaal reden er in de oorlog 19 volgeladen treinen van Westerbork naar Sobibor. De trein waarmee het echtpaar Vita Israël gedeporteerd werd had nog een bijzondere naam. Het werd het kindertransport genoemd omdat er ook ongeveer 1300 kinderen en hun ouders in werden meegenomen.

Gerrardus Vita Israël was geboren in Amsterdam (11-2-1905) en woonde met zijn vrouw in Naarden. Zijn vrouw Esther Israël Vita- van Gelder was ook een Amsterdamse van geboorte (29-9-1899).

In Naarden oefende hij zijn beroep uit van makelaar. Hij adverteerde onder meer in het Joodsch Weekblad, zoals blijkt uit een advertentie in het blad van 16 mei 1941.

Zijn makelaarsdiploma had hij gehaald in 1932. Het jaar daarop verloofde hij zich met Esther en in 1934 trouwden ze.

Esther werkte in een modewinkel waar ze de reclame verzorgde en ze organiseerde modeshows.

In juli 1942 werden ze vanuit Naarden gedeporteerd naar Amsterdam. Voor hun vertrek hadden ze nog waardevolle eigendommen in bewaring gegeven bij buren. In de hoofdstad betrokken ze een woning aan de Sarphatistraat, die eigendom was van Gerrardus. Het was zijn voormalig woon- en kantooradres. Aanvankelijk leken ze niet gedeporteerd te gaan worden. Ze hadden alle twee een zogenaamde ‘Sperre’ omdat Gerrardus bode was in een joods tehuis. Dankzij die Sperre konden ze nog een poos in Amsterdam blijven. Maar in mei 1943 sloeg toch het noodlot toe: ze werden gedeporteerd naar kamp Westerbork. En vandaaruit gingen ze op 8 juni 1943 op transport naar Sobibor, waar ze op 11 juni aankwamen en vermoord werden.

De deportatie van zijn gezin was niet het enige drama dat Vita Israël te verwerken had. Aan het begin van de Duitse bezetting, op 15 mei 1940, pleegde zijn vader Emanuel zelfmoord. Hij was apotheker in Amsterdam en een van de vele joden die ervoor kozen hun noodlot niet af te wachten. Alleen al in Amsterdam pleegden in die periode 128 joden zelfmoord.
Meerdere familieleden van Gerrardus en Esther kwamen in vernietigingskampen om het leven. De oudere broer Joost van Gerrardus belandde weliswaar in Westerbork, maar wegens ziekte werd hij niet verder oostwaarts gedeporteerd. Hij mocht terugkeren naar zijn woonplaats Amsterdam. Maar daar overleed hij alsnog omdat hij als jood niet behandeld mocht worden in een ziekenhuis.

Bronnen: Joods Monument, Oorlogsbronnen, Arolson Archieven, Joods Amsterdam, familie Vita Israël, Rie Bakker-Brand.